Neen, Dori is niet de vergeetachtige, blauwe vis uit Finding Nemo. Het is een principe dat heel nuttig is bij het bepalen van de juiste camerabewaking. Want camera’s hebben maar nut als er bij de plaatsing rekening gehouden wordt met het exacte doel. Wil je mensen kunnen herkennen, identificeren of wil je gewoon weten of er iemand rond het beveiligde gebouw is? DORI comes to the rescue!
Het doel bij detectie is je toe te laten een persoon in beeld waar te nemen. Dat betekent dat je enkel ziet dat het een persoon is en in welke richting die zich begeeft. Je moet al bijna weten dat er iemand aanwezig is om hem te zien. De beelden geven geen andere details. Voor een dergelijk systeem hebben we 25 pixels per meter nodig.
Bij observatiecamera’s moet je op het beeld kunnen waarnemen dat een of meerdere personen aanwezig zijn in het beeld en hoe ze zich voortbewegen. Hiervoor hebben we 63 pixels per meter nodig.
Bij camerabewaking met persoonsherkenning is het de bedoeling dat je met grote zekerheid kan zien of een bepaald individu aanwezig is. Dat betekent dat – als je de persoon kent – je hem of haar ook kan herkennen op het beeld. Bij herkenningscamera’s hebben we 125 pixels per meter nodig.
Dit is het hoogste niveau binnen DORI. De bedoeling van deze camerabewakingssystemen is om zonder redelijke twijfel een persoon te kunnen identificeren en dus een gedetailleerde omschrijving te kunnen geven van de kledij, gelaatskenmerken, gelaatsuitdrukkingen, specifieke persoonsgebonden eigenschappen. Hiervoor hebben we 250 pixels per meter nodig.
Neen, het DORI-principe is niet zaligmakend. Andere factoren zoals de hoeveelheid licht en de hoogte waarop je de camera’s hangt, bepalen mee in welke mate de beelden bruikbaar zullen zijn. Een tekort aan licht zal ervoor zorgen dat de camera niet zijn volle potentieel benut. Hang je de camera’s heel hoog, bv. om vandalisme te vermijden, dan zal het een stuk moeilijker zijn om gezichten te zien, laat staan te herkennen.
Het gebruik van infraroodcamera’s kan tot heel wat misvattingen leiden. Zo zijn ze moeilijk te gebruiken voor bijvoorbeeld herkenning en identificatie van personen. Hoe dat komt? Heel eenvoudig: infrarood werkt op basis van reflectie. Dat betekent dat het beeld gecreëerd wordt door het meer en minder weerkaatsen van het weinige licht. Je kent die beelden wel van op tv waarbij de ogen van mensen onherkenbare witte vlakken zijn. Zo kan een zwarte jas in blinkende stof volledig wit weergegeven worden. Als er dus in een opsporingsbericht op basis van infraroodbeelden gezegd wordt dat de verdachte een donkere of lichte jas droeg, dan hoeft dat niet per se waar te zijn. De waarheid is dat je dat onmogelijk kan weten op basis van die beelden.
Welke camera’s gebruiken? Je Security expert wijst je de weg!